De klik is er meteen
Op een morgen word ik gebeld door mijn collega Erwin, Lin kan jij naar Amersfoort? Ik maak me klaar voor vertrek en stap de auto in. Aangekomen in een serviceflat tref ik de volwassen dochter en de zoon van mevrouw. Ontdaan staren ze voor zich uit. Zoon was zo close met zijn moeder dat hij zijn baan heeft opgezegd en zijn eigen vrijstaande woning is gaan verhuren om zo de laatste jaren van afnemende gezondheid fulltime voor zijn moeder te kunnen zorgen. Mooie verhalen passeren en als het voetbalthema aanbod komt is de klik er meteen. Hij en ik zijn beide groot voetballiefhebbers. En dat deelde ook moeder met hem. Elke zondag gingen zij samen, uit en thuis naar de voetbalwedstrijden van ons aller Ajax. Ook ik deel die liefde voor deze Amsterdamse club.
Meteen denk ik aan de afscheidsdienst. Ik moet hier iets mee. We spreken de dienst door en de andere wensen die er liggen komen allemaal aan bod. De rouwkaart word door mij ontworpen en zo is alles een dag later geregeld. Ik besluit op de dag van uitvaart in het zwart te gaan. Maar niet zonder mijn Ajax sjaal. Ik neem deze mee in mijn tas en leg hem onder het spreekgestoelte. Tijdens mijn welkomstwoord zeg ik: ‘’ Hoe kan ik deze dienst leiden zonder een beetje support vanuit onze gedeelde passie, ik pak mijn sjaal en doe hem om.
Een beer van een vent
De zoon kijkt me aan en schiet vol, een beer van een vent, huilend als een kind op de eerste bank in de aula van het crematorium. Ook die oh zo stoere kleinzoon van halverwege de 30 schiet vol. Tijdens de dienst en het spreken hou ik hem om en knipoog naar de kist. Waar iedereen na 45 minuten denkt dat de dienst is afgelopen knik ik naar de muziekkamer waar de aulamedewerker de band start, trommels en luid klappende supporters die roepen Wij zijn Ajax wij zijn de beste. Ook oma zat altijd enthousiast meeklappend op de tribune. Ik leg mijn sjaal op de kist en buig. Onderwijl hoor ik een bepaalde groep in de zaal meedoen, kippenvel, mijn taak zit erop voor vandaag, uitvaart geslaagd.